1. cultuur kiezen ● gaan voor het mooiste dat er is ● Simone kiest cultuur
2. je laten verrassen ● ik koos cultuur en ben enorm verrast door wat ik op het podium zag
3. je laten dromen ● een avondje cultuur kiezen zorgt ervoor dat je heerlijk weg kunt dromen
1. een voorkeur uitspreken ● Mijn vriend kiest altijd voor een spannende film
2. een keuze maken uit verschillende opties ● Oeh, ik kan niet kiezen hoor, er is teveel keus
3. ergens volledig voor gaan ● Ik heb gekozen voor een leven als drummer
1. het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen enz. van een land, volk of groep; = beschaving: eetcultuur, wooncultuur
2. kunst: de regering trekt meer geld uit voor cultuur
3. (meervoud: ook cultures) verbouw van gewassen: grond in cultuur brengen voor landbouw gaan gebruiken
4. op voedingsbodem gekweekte bacteriën